maandag 23 mei 2022

Reserva Montes Universales

Ken je die grap van die mensen die naar Cuenza gingen? Nee? Nou, ze gingen niet. Cuenza heeft een mooie oude stad met smalle straatjes, een mooi Plaza Mayor en 'hangende huizen' maar probeer daar maar eens een camper te parkeren. Zelfs aan de rand van de stad zijn alle parkeerplaatsen vol. Te veel stress. Na 30 min zoeken en niet vinden houdt het voor ons op.

Die morgen weer vroeg opgestaan om de Ruta de las Caras te bekijken, een korte wandeling langs kalkstenen rotsen waarin een plaatselijke kunstenaar gezichten heeft gebeiteld. Laten we het houden op: er waren aardige bij:
Wat heerlijk was, was de absolute stilte, de geur van dennenbomen en af en toe het uitzicht over het stuwmeer. 

Daarna staat Cuenza op de planning. De weg is vrijwel leeg. Ik denk aan 'Born to run' van Bruce Springsteen. Ook de dorpjes zijn zo goed als uitgestorven. De weg loopt door een lieflijk golvend land met eindeloze graanvelden, afgewisseld door pas geploegde akkers van rode aarde en knalrode veldjes met klaprozen. 
In de middenberm nu geen oleanders maar hardgele brem. Beetje NoordFrans, maar met andere bomen en andere kleur aarde. 
Prachtig in het prille morgenlicht. Ook al is het geen 'groene weg' het is een prachtige ontspannende route, afgewisseld door kleine dorpjes waar de stoplichten onmiddelijk op rood springen als ik ietsje te hard binnenrijdt. Zo leer je het wel af.

Een vaste stop, elke morgen, is voor de koffie. We stoppen bij een restaurantje langs de weg. 2X een dubbele espresso. Na de plaspauze blijft Leni wel erg lang weg. Als ik door de deur Servicio loop, hoor ik haar roepen. De wc deur zit op slot en kan niet open. De eigenaresse die ik er bij haal schopt hem met grof geweld open en excuseert zich verlegen. Bij de volgende stop ontdekken we dat het Spaanse benzinemerk Repsol enorme kortingen geeft op benzine. Vraag niet hoe het kan. Dank Theo!! Goede tip.

Cuenza gaat dus niet door. We rijden het Nationale Park Montes Universales binnen. Dat is vanaf het begin een feest. Rode rotsen, kloven een kronkelende rivier in de diepte, opnieuw gieren die een jong in een nest voeren. 
Het uitzicht van de gieren vanuit hun nest.

Een en al haarspeldbochten hellingen van 10% en meer, maar mooi en stil. Nauwelijks tegenliggers en helemaal geen inhalers. Knalrode rotsen. Het lijkt Amerika wel. Wat jammer is (overigens geldt dat ook voor Frankrijk) is dat er nauwelijks stopplaatsen langs de provinciale wegen zijn en ook niet bij mooie uitzichtpunten. Even een snelle blik en ogen terug op de weg is alles wat mogelijk is, hoewel we op overzichtelijke stukken toch de auto even stil zetten. Een onverwacht mooi gebied. De mooiste route tot nogtoe, ook al schiet het voor geen cent op. Er is veel te zien. Na elke bocht nieuwe panoramas.

De weg stijgt en stijgt. Een pas van 1200 meter, daarna 1600 meter. De begroeiing wordt spaarzamer. Dennen klitten in groepjes bijeen om samen de kou te overleven. Daarna kruipende struiken en bomen in merkwaardige ronde clusters op de kale rotsen . Verderop een bord skipiste. Dat verwacht je hier niet. Het kan hier dus gemeen koud zijn op deze hoogte, ook hier in het zuiden.

De weg daalt daarna, over een soort alpenweiden, verder omlaag tot we het smalle dal inrijden waar het prachtige Albarracin ligt, hoog op een rots op 1100 meter.  Vlak voor het stadje staan bomen net gele korstmossen op hun stam langs het riviertje. Erg mooi hier, een plek om naar terug te keren. 
Als de zon om 21:00 achter de bergen zakt wordt het koud en gaan we de camper in. 

Morgen Albarracin en een wandeling langs een filmlocatie.




Geen opmerkingen: