donderdag 26 mei 2022

Wandeldag

We zitten in een prieeltje aan de rand van een camperplaats, de eerste deze vakantie, maar een hele mooie. Hij heet Camperstop Sierra Espuña en heeft electriciteit en een toilet. Geen douches, maar de ligging is top. We kijken uit, links op een groot waterreservoir, in het midden op wat gele huizen en een gammele schuur, opgeleukt met twee grote palmen, rechts een sportveld waarop jongelui zich in het zweet werken door achter een bal aan te rennen. We hebben vandaag drie wandelingen gemaakt, en nu na mijn tweede biertje moet ik er niet aan denken om achter een bal aan te lopen, hoogstens achter een bitterbal, maar die hebben ze hier niet.
Vanmorgen was de koude wind gaan liggen en ontbeten we met gezang van een koekoek, een wielewaal en ander gevogelte dat Leni onmiddelijk met haar vogel-app probeert te determineren zodra ze iets nieuws hoort. Ze heeft daar heel veel plezier in. Zo hoorden we putters, de nachtegaal, de europese kanarie en meer. Leni springt steeds enthousiast op als ze een onbekend vogelgeluid hoort.

Om 8:45 gingen we op pad om vanaf de camping de wandeling te lopen die de eigenaresse ons had verschaft: een getekend kaartje op de ene kant, een beschrijving in Engels op de andere. Nadat we twee keer de weg kwijt waren, althans, de verwachte ruine verscheen niet, hielden we het voor gezien om in het barretje nog even een dubbele espresso te drinken en in het dorpje nog even brood te kopen. Op straat werd Leni aangesproken door een stokoude dame, en hoe we ook zeiden: No habla Espanol, ze bleef maar doorpraten. En bleef Leni vasthouden. Het was aandoenlijk. 

Na de koffie manouvreerden we de camper door de smalle straatjes van het dorpje., we zijn daar iets laconieker in geworden, en zakten we langs een iets minder slechte weg het plateau af. We passeren een grote kudde schapen. Links en rechts boomgaarden met amandelen,  citroenen, mango's, sinasappelen, vijgen en natuurlijk olijven, op weg naar onze eerste echte wandeling: de Barranco de los Infiernos die ook onder de naam Barranco de los Espectros of Rambla de Librilla te vinden is.

Het was zoeken naar het beginpunt, want dat stond nergens aangegeven. Met behulp van de TomTom, google maps en de gps kwamen we er uiteindelijk toch uit. Het was bij een irrigatiekanaal van een enorme citroenenboomgaard, en dan echt enorm, kilometers lang. Nadat we in de rotsbedding van het rivierje waren afgedaald veranderde de trail van linker naar rechteroever en moesten we steeds de roodgele bedding oversteken. 
Verderop werd de kloof dieper en roder en vooral geerodeerder, waardoor de wanden grillige piekige vormen aannamen. Het was een erg mooie wandeling, maar geen enkele indicatie of richtingwijzer.
Hetzelfde gold voor de volgende wandeling naar de drie Miradors, uitkijkpunten, over het stuwmeer van Algeciras. Ik had ze op Google Maps gevonden, maar die moest ons uiteindelijk ook helpen om bij het beginpunt te komen. Eerst door een shabby buitenwijk, dan een ventweg langs de snelweg, vervolgens een slechte weg, opnieuw door citroenboomgaarden. Uiteindlijk kwamen we weer bij het irrigatiekanaal maar durfden we niet verder omdat de weg in gravel overging en erg steil omhoog ging.

Uiteindelijk toch de 3 km lange
 helling op gelopen, helaas in de volle zon, maar wel met een verkoelend windje. Het eindpunt was o.i. de moeite van de wandeling waard:
Het was een merkwaardig soort 'Badlands '' met in het midden het helblauwe stuwmeer. O ja, aan het eindpunt stond een bord en een bankje.

Maar het was de moeite waard. Fijn gelopen en een stille camping. We zijn de enigen hier.

Geen opmerkingen: